TIPS VOOR EEN BETERE DYNAMIEK TUSSEN JOU EN JE KIND

Regelmatig komen ouders met kinderen bij mij in de praktijk die onderling vaak te maken hebben met ruzie en/ gedoe. Er ontstaat daardoor meer afstand binnen de relatie, terwijl niemand dat wil. Natuurlijk is elke ouder-kind relatie anders, maar in alle gevallen loopt er een rode draad die leidt naar de kern van de verstoorde relatie. Hieronder lees je meer over de veel voorkomende oorzaken en geef ik je laagdrempelige tips die je helpen weer in goede verbinding te komen en samen meer plezier te beleven:

  • Onder boosheid van je kind ligt vaak verdriet, omdat het zich bijvoorbeeld ergens niet in gezien voelt. Op een bepaald moment heeft je kind zich mogelijk minder gewaardeerd/ erkend gevoeld, terwijl het er juist naar verlangde om vol gezien te worden. Bijvoorbeeld bij een big life event als de geboorte van een broertje of zusje, of een ruzie waarbij je kind het gevoel kreeg dat er geen ruimte was voor zijn kant van het verhaal. Ga als ouder(s) na op welk moment/ welke momenten dit gevoel bij je kind ontstaan kan zijn. Met terugwerkende kracht kun er met je kind over praten en het hierin gaan erkennen. Erken de emoties van je kind, oordeel er niet over.
  • Als je meerdere kinderen hebt, leg je kind dan uit dat je liefde voor ieder kind in het gezin even groot is: ‘Ik heb 100% liefde voor jou en 100% liefde voor je broer/ zus. Mijn liefde is voor iedereen 100%, dat gaat nooit over en het zal nooit voor de een meer zijn dan voor de ander.’ Herhaal dit op momenten dat je kind destructief gedrag laat zien/ je het gevoel hebt dat je kind zich te kort gedaan voelt.
  • Balanceer je aandacht voor je kinderen goed uit als je meerdere kinderen hebt en doe één op één dingen met hen. Niet alleen in de vorm van samen huishoudelijke dingen doen (als boodschappen doen, dat toch al moet gebeuren), maar vooral quality time, samen in rust iets leuks doen. Leuke dingen doen zit ‘m vaak al in kleine dingen doen, zoals even een spelletje doen na het eten. Leg de lat niet hoog waardoor je er niet aan toekomt.
  • Je welkom voelen, het gevoel dat je ouder(s) er onvoorwaardelijk voor je is/zijn, is de belangrijkste basiswaarde voor een kind. Hiermee bouwt het een gevoel van veiligheid, vertrouwen en zekerheid op. Destructief gedrag van je kind wijst er vaak op dat je kind extra positieve aandacht, zoals waardering, erkenning van jou als ouder nodig heeft. Reageer je als ouder met irritatie of boosheid (lading) richting je kind dan wordt je kind onbewust gevoed in een negatief zelfbeeld: ‘zie je wel, ik ben niet oké’.
  • Wees kritisch op je opvoedkader (bestaande uit normen, waarden, regels) en evalueer dit regelmatig. Stel een heel duidelijk kader, en leef het consequent na. Stel jezelf de vraag bij elke expliciete regel (én elke impliciete regel: een ongeschreven regel die onuitgesproken geldt) in hoeverre deze echt van belang is, of dat de regel geldt omdat hij er altijd al was/ je ‘m vroeger als kind ook moest naleven en deze regel de makkelijkste weg lijkt maar misschien helemaal niet relevant is. Leef regels na maar pas ze aan als ze niet nodig/ zuiver zijn.
  • Een veilig en begrensd opvoedkader hebben kinderen heel hard nodig, anders ontstaat er onzeker en/ of grensoverschrijdend gedrag. Regels, normen en waarden zijn binnen elk gezin hartstikke belangrijk (het zijn ‘de wetten’ van het gezin’), hierdoor ontwikkelt een kind zelfvertrouwen, voelt het zich veilig, en kan het experimenteren met gedrag. Vanuit de veiligheid binnen het gezin kan je kind de grote wereld buiten het gezin verder gaan verkennen. Bij grensoverschrijdend gedrag van je kind helpt het als je je kind rustig en vriendelijk (en herhaaldelijk) uitleg over de geldende regels geeft. Juist als je kinderen uitleg geeft kunnen ze regels begrijpen en daardoor beter opvolgen/ naleven. Onderschat je kind niet in wat hij wel en niet begrijpt, hij begrijpt vaak meer dan je denkt (al van baby af aan). Dus leg vooral duidelijk in kindertaal uit waarom je de dingen doet zoals je ze doet. Geen verzinsels, gewoon zuiver uitleggen. Als je merkt dat je een regel niet kunt uitleggen dan heb je hierin iets te doen (reflecteren: waarom hanteer ik deze regel eigenlijk? Is deze regel echt nodig? En indien ‘Ja’: Waarom dan?)
  • Kijk goed naar je kind en ga de gradaties binnen emoties van je kind herkennen. Wanneer je bij je kind onvrede/ ongenoegen ziet (dit komt vóór ‘boosheid’, zie boosheidsmeter verderop in dit artikel), probeer dan vanuit je hart contact met hem te maken. Ga op gelijke hoogte met hem zitten en maak oogcontact, sla je arm om hem heen als hij dat toelaat of raak hem even liefdevol aan, adem allebei diep in en uit, en sta vervolgens stil bij wat er gebeurd is. Zeg dat je hem ziet en dat je hem hoort. Dat je van hem houdt. Erken zijn gevoel en probeer zelf als ouder te voelen wat er onder ligt, wat wil je kind met zijn gedrag werkelijk vertellen? Waar is hij teleurgesteld over? Wat is zijn gemis? Probeer zelf op een diepere laag te voelen waar je kind om vraagt (wat hij nodig heeft, en dan niet in materiële zin) en check vervolgens bij hem of dit klopt. Ga vervolgens in de actie en maak samen een plan/ afspraak: onderzoek met je kind wat hem kan helpen om niet in een boze bui/ destructief gedrag terecht te komen. Laat hem zelf bedenken wat hij nodig heeft of -als dat niet lukt – geef je kind opties. Samenvattend: Stap 1: sta stil bij en erken de gevoelens van je kind, Stap 2: begrens en ga over tot actie: maak samen een plan met afspraken.
  • Probeer liefdevol en zonder eigen lading (zoals irritatie, boosheid) je kind bij ongewenst gedrag aan te spreken op zijn ‘diepere weten’: ‘Ik houd onvoorwaardelijk veel van je, dat gaat nooit over, er is nooit een moment dat ik niet van je houdt. Het gedrag/ hoe je dit nu aanpakt vindt ik niet zo leuk. Dit is niet de manier om iets aan mij duidelijk te maken, dat weet jij diep van binnen ook. Je hebt dus te stoppen met dit gedrag, want het gaat niets positiefs opleveren. Zó gaan we niet met elkaar om. Neemt niet weg dat je iets als heel lastig of vervelend kunt ervaren, laten we het dáár over hebben en samen kijken wat we er aan kunnen doen.’ Laat je kind voelen dat je van hem houdt, dat je ‘m niet in de steek laat, en koppel zijn gedrag dus los van jouw liefde voor hem.
  • Laat je kind bedenken hoe hij zijn probleem/ onvrede op een positieve manier kan oplossen en hoe je hem als ouders daar bij kunt helpen. Stel je kind de vraag welke hulp hij aan jou als ouder zou willen vragen. Doe dit zo vroeg mogelijk in het proces van frustratie/ irritatie opbouwend naar een emotionele bui of grensoverschrijdend gedrag.
  • Elk kind is in zijn ware identiteit een lief en leuk kind, het gedrag in bepaalde gevallen niet. Een kind gedraagt zich niet ongewenst omdat hij het leuk vindt om zich zo te gedragen. Het kind wil er onbewust iets mee aangeven, het is onbewust ongelukkig over iets en op een diepere laag heeft het kind een verlangen, wat eigenlijk altijd uit komt bij verlangen naar waardering, erkenning, warmte, het voelen van de onvoorwaardelijke liefde van zijn ouders, en het voelen dat zijn ouders in harmonie met hem en elkaar zijn. Een kind kan het alleen meestal niet duidelijk verwoorden en uit het met emoties, zoals boosheid of verdriet. Wanneer je geraakt bent in de relatie met je kind en je geïrriteerd/ boos wordt, neem dan een time-out voor jezelf. Stel je zelf de vragen waardoor je geraakt bent, waar jij je zelf niet in gezien voelt. Hoe raakt dit aan vroeger, binnen je eigen gezin van herkomst? Wat heb je zelf gemist als kind of waarin voelde jij je niet gezien door je ouders? Breng je emoties thuis, ontlaad (door je bijvoorbeeld in gedachten hierover uit te spreken), onderzoek wat je nodig hebt om weer in een neutrale toestand te komen en geef jezelf die ruimte. Houd emoties bij jezelf en vloei deze niet af op je kind. Als we in het hier en nu geraakt worden in het contact met een ander en emotioneel reageren, dan worden we onbewust in een oud en pijnlijk kindstuk geraakt. Als we de verantwoordelijkheid nemen om dit met onszelf aan te gaan en de emotie ‘thuisbrengen’, ontstaat er in het hier en nu meer ontspanning in de relatie met de ander. Communiceren zonder lading zorgt ervoor dat jouw kind rustig blijft en dat er verbinding blijft. In aanvulling daarop: je kind kopieert jouw gedrag, jij bent zijn allergrootste voorbeeld, probeer je er van bewust te zijn dat je hoe dan ook je eigen gedragspatronen (vaak onbewust) doorgeeft aan je kind en dat een keuze hebt in wat je wel en niet aan hem doorgeeft.
  • Het is van belang om als ouder goed voor jezelf te zorgen, zodat een kind zich onbelast en vrij voelt en kind kan zijn. In dat kader is het belangrijk dat ouders zelf verantwoordelijkheid nemen voor tegenslagen in het leven en steun zoeken bij hun partner, familie, vrienden of een professional. Uitgangspunt is ‘zorg eerst goed voor jezelf’, wanneer je als ouder in balans bent werkt dit positief door op het welzijn van je kind. Benoem naar je kind – wanneer je het idee hebt dat het zich zorgen om jou maakt of jou wil steunen – dat het zich geen zorgen om jou hoeft te maken. Je kunt zelfs letterlijk liefdevol zeggen: ‘Laat dit maar bij mij, ik los dit op met papa/ mama/ vrienden of een professional. Het is niet aan jou, ik neem hier mijn eigen verantwoordelijkheid in’. Hiermee zet je je kind weer op zijn gezonde ‘kindplek’, waar hij kind kan zijn. Als ouders hun eigen pijnlijke ervaringen ruimte geven en verwerken, geven zij hun kinderen meer lucht en rust, waardoor er ook meer ontspanning ontstaat binnen hele gezin.
  • Prijs je kind wanneer het gewenst gedrag laten zien door je waardering te uiten. Het gaat hier om zeggen dat je het knap vindt hoe hij iets oplost/ ergens mee om gaat, dat je trots op hem bent. Niet in materiële zin, zoals het geven van cadeaus.
  • Doe een aantal keren per week een activiteit met je kind. Kies iets wat jullie beiden leuk vinden, in alle rust en vanuit liefde voor je kind. Ook hier: niet vanuit je hoofd (‘omdat je bijvoorbeeld weet dat het belangrijk is dus doe je het’). Denk aan buiten voetballen, samen tekenen/ een spelletje doen voor het avondeten, (baby)foto’s / -filmpjes kijken van vroeger, et cetera. Het hoeft niet ‘groots’ te zijn, het samen fijn hebben zit ‘m vaak al in kleine dingen samen doen, in rust en met aandacht. Een activiteit met een verbindende werking tussen jou en je kind.
  • Geef je kind regelmatig een knuffel (vanuit je hart, niet vanuit je hoofd) en zeg hem dat je van hem houdt. Niet om jezelf te voeden, maar om je kind te voeden. Knuffels zijn voor kinderen (en ook voor volwassenen) zeer belangrijke en positieve voeding.